Zeno werd in Afrika geboren, waarschijnlijk in Mauritanië. Ergens in de tweede helft van de vierde eeuw was hij bisschop van Verona. De problemen waarmee hij te kampen had waren het heidendom (dat nog lang niet verdwenen was en dat keizer Julianus zelfs weer nieuw leven wilde inblazen) het arianisme (een dwaalleer volgens de katholieke kerk maar populair onder de barbaarse invallers van Italië) en de misstanden in de kerk zelf.
Eigenlijk weten we van de Heilige Zeno nauwelijks iets af. We hebben een aantal preken van hem (16 lange en 77 korte) en een beschrijving van zijn leven, de Vita Zenonis, die echter pas veel later is opgeschreven door een zekere Coronatus en waarvan vaststaat dat die historisch niet correct is.
Dat Zeno dikwijls wordt opgevoerd als stichter van de kerk in Verona is niet omdat hij de eerste bisschop was - waarschijnlijk was hij de achtste - maar omdat hij er door zijn prediking in slaagde grote aantallen Veronezen tot de katholieke kerk te bekeren.
In de Vita Zenonis wordt een aantal daden van de Heilige Zeno beschreven die we ook zien afgebeeld in het boogveld van het portaal van de kerk van San Zeno, door de Veronezen San Zeno Maggiore genoemd: Zeno verlaat zijn klooster om op de Adige te gaan vissen als hij ziet hoe de duivel een wagenmenner probeert in de rivier te verdrinken. Zeno weet de duivel te verjagen en de wagenmenner te redden. Deze daad komt de keizer, die op dat moment te Verona verblijft, ter ore en hij laat Zeno door zijn soldaten naar het paleis brengen. Daar slaagt Zeno erin de dochter van de keizer op wonderbaarlijke wijze te genezen door de duivel die bezit van haar heeft genomen te verjagen. Aldus verzekerd van de steun van de keizer, slaagt Zeno erin de weerstand van de heidenen te overwinnen en hen te bekeren.
Zeno wordt meestal voorgesteld met een vis in zijn hand. Dit curieuze symbool heeft een dubbele betekenis:
De heilige Zeno had al zijn bezittingen onder de armen verdeeld. Hij droeg zijn armoede met vreugde en voorzag in zijn voeding door in de Adige te gaan vissen. Om die reden is hij de schutspatroon van de zoetwatervissers geworden. Maar het symbool van de vis herinnert ook aan wat Jezus tegen de Apostelen zei voordat hij ze de wereld instuurde om het evangelie te gaan predikken: "jullie zullen vissers zijn van mensen".
Toen hij stierf, rond 380, was hij zo'n twaalf jaar bisschop van Verona geweest.